maandag 20 augustus 2007

Enkele fotootjes

Altrix, Hans en Detlef


Enkele dagen nadat ik in Roemenie ben aangekomen, heb ik een mountainbike gekocht. Een hemelsblauw gevaarte van Hongaarse makelij dat de naam 'Altrix' draagt. Altrix blijkt al na het eerste ritje door de regen een aanleg tot roesten te hebben en ook het schakelen gaat niet altijd even vlotjes, maar ondanks deze kleine gebreken ben ik dolgelukkig met mijn nieuwe vervoersmiddel. Het openbaar vervoer hier in de regio is erg beperkt en de bergen nodigen uit tot fietsen.
Vrolijk scheur ik daarom vanuit Cisnadioara, het dorp waar ik nu woon, naar het internetcafe in Cisnadie (vier kilometer bergafwaarts), naar Rasinari (tien kilometer heuvelop, heuvelaf) en naar Sibiu, de European Capital of Culture 2007 (zo'n 15 kilometer verderop). Ik voel me zo vrij als een vogeltje.



Als ik op een dag twee Duitse vakantiefietsers, Hans en Detlef, tegenkom en ze me vragen of ik niet een stukje met hen mee wil fietsen, kan ik de verleiding niet weerstaan. Ik besluit twee vrije dagen op te nemen en mee te fietsen richting de hoogste pas van Roemenie in het Fagaras gebergte. Mijn Altrix kan zich niet bepaald meten aan de hybrides van Detlef en Hans, maar desondanks doorstaat hij de tocht kranig.







Hans en Detlef bestuderen de kaart. Links in beeld: Altrix.



Links:
Detlef doet de afwas


Rechts:
Hans eet een kilo bramen








Michelsberg
Cisnadioara is de Roemeense naam van het dorpje waar ik nu woon. De meeste inwoners noemen het dorp echter bij zijn oorspronkelijke Duitse naam: Michelsberg. Het dorp is in de 12de eeuw gesticht door de Saksen die destijds vanuit het gebied rond Luxemburg naar Transylvanie, ofwel Siebenburgen, emigreerden.
Lange tijd was Michelsberg een dorp waar de Saksen de overgrote meerderheid vormden. Er trouwde wel eens iemand met een Roemeen of met een Hongaar, maar de spreektaal in het dorp was en bleef Saksisch, een dialect van het Duits dat op het Luxemburgs lijkt. Op school werd in het Duits onderwezen. Roemeens was slechts één van de vreemde talen in het lespakket.
Pas na de revolutie in 1989 kwam er verandering in de samenstelling van de dorpsbevolking. Veel Saksen hadden het wel gezien in het door armoede geteisterde Roemenië. Ze pakten hun spullen bij elkaar en vertrokken naar Duitsland. Sommigen behielden hun huis in Michelsberg, anderen verkochten de hele handel.

Op zondagavond (05-08) ontmoet ik op straat een groepje vakantiegangers. Ze wonen in Duitsland maar zijn hier geboren. Bijna elke zomer komen ze terug naar Michelsberg om vakantie te vieren. Het groepje vakantiegangers bestaat uit drie mannen en een vrouw. Allemaal zijn ze rond de dertig. Ze waren nog maar kinderen toen ze naar Duitsland emigreerden maar hun hoofd zit vol goede herinneringen aan hun geboortestreek. Ze vertellen over hoe ze vroeger gingen sleeën in de heuvels, over hoe ze het dorpsschooltje op de hoek van het plein bezochten en over de ruilhandel die er bestond tussen de Saksen in Michelsberg en de zigeuners uit Prislop.
Helaas is het leven in Michelsberg veranderd gedurende hun afwezigheid. Door zachtere winters is er minder sneeuw om op te sleeën, het dorpsschooltje is gesloten en de uittocht van de Saksen heeft de ruilhandel met de zigeuners praktisch doen verdwijnen.
Ondanks het feit dat het leven in het dorp niet meer hetzelfde is als vroeger, komt dit groepje Saksen graag terug naar Michelsberg. En deze vier zijn niet de enigen. Elke zomer weer wordt het dorp overspoeld door voormalige inwoners. Het zijn niet alleen oude mensen die komen, nee, het zijn juist vooral de jongeren die hun geboortestreek bezoeken. Elk jaar weer is het als één grote reünie. ‘In Duitsland zien we elkaar nooit’, zegt Markus, één van de mannen die ik heb ontmoet, ‘daar wonen we verspreid door het land en hebben we allemaal onze eigen levens. Maar als we hier zijn is het altijd weer als vanouds.’
Markus is enkele dagen geleden in Michelsberg aangekomen samen met zijn jeugdvriend Frank. Ze logeren in het huis van Franks ouders, dat ze niet verkocht hebben toen ze naar Duitsland vertrokken. De mannen nodigen me uit voor een barbecue. In de tuin achter het huis zit al een groep jeugdvrienden aan een lange tafel. Er wordt gelachen, gegeten en gedronken. Uit de stereotoren klinkt schlagermuziek. Sommige aanwezigen zingen de tekst zachtjes mee.
'Zo deden we dat vroeger nou ook altijd', vertelt Franks vader, de voormalige timmerman van het dorp die de gasten nu overvloedig van bier en zelfgestaakte schnaps bedient. ' Altijd gezelligheid, iedereen die komen wil, kan aanschuiven. Zo doen we dat hier.'


De klokkenluider van Michelsberg


Frank is als jongen jarenlang de klokkenluider geweest van de evangelische kerk in het dorp. Hij luidde de klok elke ochtend om zeven en elke avond om acht uur en daarnaast op zondagen, bij begrafenissen en bij doopplechtigheden.
Op een avond weten we Frank over te halen om ons een rondleiding te geven door de kerk en de toren te beklimmen. Frank versiert de sleutel van de kerkdeur en even later beklimmen we de kerktoren. Deze is niet bepaald berekend op toeristische bezichtiging: de trapleuningen zijn wankel, de vloerplanken van de tussenverdiepingen zijn ongelijk en je moet oppassen niet met een voet in een gat tussen te balken te schieten. Bovendien valt, als we halverwege de toren zijn, het licht uit en moeten we in het donker verder - het schemert al buiten. Frank kent de toren echter als zijn broekzak. Hij windt nog even de klok op, een van zijn vroegere karweitjes, en dan komen we aan bij de klokken: een klok die automatisch het uur slaat, een kleine klok voor het dagelijkse luiden en een grote klok voor feestdagen.


Frank stuurt een smsje vanuit de klokkentoren


De grote klok

Als we weer terug beneden zijn, vinden we in de opslagruimte voor in de kerk tussen enkele vaandels en een bak met paasversieringen, het kinneke Jezus in zijn kribje. Markus vindt in een van de kerkbanken zijn oude gezangbundel. MARKUS staat er met kinderlijke blokletters in geschreven. Die neemt hij mee, als herinnering. Morgen zal hij er een andere voor in de plaats leggen.

De kortste weg naar Prislop

De kortste route van Cisnadioara naar Prislop (het dorp waar ik onderzoek doe) is door het bos. Als het regent is het beter een andere, minder steile route te nemen. Maar prachtig is het wel!





























Lang leve de televisie!


De inwoners van Prislop lijken soms vreemde prioriteiten te stellen. Daken zijn lek als een mandje, de erven zijn modderig en de hekken staan op instorten, maar geld wordt gestoken in een televisie en een schotel.


Ook Alina heeft een week geleden een televisie cadeau gekregen van haar vader. Als ik haar op een dag bezoek, zitten de kinderen geconcentreerd naar een Amerikaanse soap te kijken.
Tijdens een volgend bezoek, enkele dagen later, staat de tv echter uit.
'Is er iets mis mee?' vraag ik.
'Nee', antwoord Petre, Alina's man. ' Met de tv is niets mis. Het is de schotel die kapot is. Gisteren is de bliksem ingeslagen.'

Op bovenstaande foto zie je links overigens het gemeenschapshuis dat door de Spaanse organisatie is gebouwd, het ziet er prachtig uit maar helaas is het na twee jaar nog altijd niet in gebruik genomen.

1 opmerking:

Anoniem zei

Wat leuk dat ik dit tegen kom..

we hebben in okt twee nachten in dit plaatsje geslapen..
we zijn een week in Roemenie geweest om mee te helpen en slagerij op te zetten

http://www.flickr.com/photos/truus/sets/72157622494069189/

Groetjes Truus