dinsdag 29 juli 2008

“Alsjeblieft mevrouw, geeft me wat geld”

Op een marktplein in Medzilaborce hebben vijf Romakinderen zich verzameld rond mij en mijn fiets. Vier kinderen houden bedelend hun hand op en herhalen klagelijk keer op keer dezelfde zin. “Alsjeblieft mevrouw, geeft me wat geld”, denk ik dat ze zeggen. Of “Geef me een snoepje, een snoepje kunt u toch wel missen”. Het vijfde kind staart me met gefronste wenkbrauwen aan en zuigt hard op een fopspeen. Zijn teennagels zijn zo lang dat ze naar de grond toe krullen. Zijn kleren zijn vies en te klein en zijn gulp staat open. Hij is zo'n zes jaar oud.
Zowel in Slowakije als in Oekraine kom ik veel Roma tegen. Ik zie ze vooral in de buitenwijken van steden en aan de rand van de weg waar ze bessen en paddestoelen te verkopen. Hier in Medzilaborce hangen op het marktplein en op de stoep her en der groepjes mannen en kinderen rond. Veel van de mannen zijn dronken en fluiten en sissen naar alles wat voorbijkomt. De kinderen spelen wat en klampen toeristen aan. De kinderen en hun kleren zijn duidelijk al een poos niet gewassen en stinken een uur in de wind.
Van het groepje kinderen dat om mij heen staat, is een meisje duidelijk de leidster. Ze is het oudst – ik schat zo'n jaar of tien – en gaat de anderen voor in hun klaagzang. Ik ben niet van plan om geld te gaan geven en ik wil ook mijn plekje op het marktplein niet verlaten. Om de kinderen wat van hun doel af te leiden, bauw ik ze een beetje na. De kinderen zijn erdoor verbaasd en zijn even van hun stuk gebracht. De jongen met de speen ligt dubbel van het lachen en proest het uit.
De aanvoerster lijkt te bedenken dat het wel eens een poosje zou kunnen duren voordat ik hen iets zal geven en gaat erbij op de grond zitten. Ze is een beetje verveeld maar blijft standvastig haar frase herhalen.
Na een kwartier komt er een Slowaak op ons groepje af. Hij schreeuwt iets naar de kinderen en de kinderen kijken verschrikt op. De Slowaak komt dreigend dichterbij en roept nog wat. Nu stuiven de kinderen uiteen.

Even later sta ik even verderop te wachten bij de kassa van de Tesco-supermarkt en zie ik hoe een man een grote homp kaas steelt. Hij heeft de homp in een plastic zakje in zijn winkelmandje gelegd en haalt hem er niet uit met de andere boodschappen. Dan zet hij zijn mandje neer aan de andere kant van de cassiere en begint er de gescande boodschappen weer in te laden. Zowel de beveiliger als de cassiere kijken net de andere kant op. Als de man de winkel uitloopt, roept de beveiliger hem iets na. De man is vergeten zijn winkelmandje terug op de stapel te zetten en moet terugkomen om dat als nog te doen. Verder is er niets aan de hand.
Ik sta erbij en kijk ernaar. Heeft die man nou net echt iets gestolen? - vraag ik me af. Heb ik het goed gezien? Of heb ik het me verbeeld?
En vooral: zou ik de man ook van diefstal verdacht hebben als hij geen Roma was geweest?

Geen opmerkingen: